Je pup opvoeden tot een fijne viervoeter, deel 2

Geplaatst: 06/11/2019

Door meteen oefeningen te doen met je pup leg je de basis voor een fijne hond en een hechte band. Want een goede onderlinge band, daar draait het om! In deel 2 van deze serie de oefeningen 'Alleen blijven', 'Niet doen' en 'Los'.

BLIJF JIJ EVEN HIER? 
Veel honden hebben problemen met alleen thuis zijn. Soms zijn ze echt in paniek, maar meestal hebben ze gewoon niet geleerd om alleen te blijven. Voorkom zulke problemen door je pup te leren dat er niets gebeurt en dat hun wereld echt niet vergaat als je weggaat, en dat ze erop kunnen vertrouwen dat je altijd weer terug zult komen. Leer de pup in de kamer te blijven als je eruit gaat. Laat hem zitten of op zijn plaats liggen en doe een paar stappen in de richting van de deur. Beloon de hond als hij blijft zitten of liggen. Loop dan naar de deur en leg een hand op de kruk. Beloon weer als je pup blijft zitten of liggen. In volgende sessies open je de deur, zet je een stap door de geopende deur en stap je uiteindelijk de deur door. Na nog wat oefening kunt je uiteindelijk wegblijven zonder dat je pup gaat piepen of aan de deur gaat krabben.

NIET DOEN! Gebruik geen barse toon Als een hond niet luistert, zijn wij geneigd om meer aan te dringen. We verlagen onze stem en gaan harder praten. Probeer dat absoluut te voorkomen! Je wilt niet dat je pup reageert uit angst. Dat is een totaal andere emotie met een totaal andere uitwerking op het leren van je pup! Herhaal een oefening hooguit drie keer. Lukt het niet? Stop dan en probeer het later opnieuw.

'LOS' LEREN
De oefening ‘los’ is belangrijk voor het spelen van veilige trekspelletjes, om iets te kunnen afpakken als dat nodig is, en als beginoefening voor het apporteren. Men zegt wel eens dat elke hond het altijd goed moet vinden dat iemand iets van hem afpakt, maar de vraag is of dat zo is. Het verdedigen van je buit tegenover soortgenoten is voor een hond namelijk heel natuurlijk. Wat je hebt, mag je houden, is de regel die binnen de roedel geldt. Zelfs de ranghoogste hond kan niet zonder meer voer van een andere hond afpakken. Als je wilt dat je pup nu en later zonder problemen altijd alles afgeeft wat hij te pakken heeft, zul je hem dat dus moeten leren.

RUILEN Leren iets los te laten doe je door te ruilen. Als je pup met een speeltje aan het spelen is, pak je een ander speeltje en speelt daar zelf even mee, vlak bij de pup zodat hij dat goed kan zien. Grote kans dat hij dan zijn speeltje zal laten vallen omdat hij jouw speeltje, dat blijkbaar erg leuk is, wil hebben. Je zegt op dat moment snel ‘los’ en geeft hem jouw speeltje. Zo kun je van het ruilen een leuk spelletje maken zonder dat er spanning optreedt. Je kunt een speeltje ook ruilen voor iets lekkers. Ook dan zeg je ‘los’ als de pup zijn speeltje loslaat om er in ruil iets lekkers voor te krijgen. Vervolgens geef je de pup zijn speeltje weer terug. Dit is voor hem een absolute win-winsituatie: hij krijgt iets lekkers én zijn speeltje weer terug, wat wil je als hond nog meer? Pas als je pup zonder enige spanning in zijn lijfje zijn speeltje loslaat, kun je ‘los’ gaan gebruiken om hem zijn voer te laten afstaan. Je ruilt dan het lekkers dat de pup heeft voor iets dat nog veel lekkerder is. Een stukje van een pensstaafje bijvoorbeeld in ruil voor zijn dagelijkse brokjes, die hij na de ruil ook gewoon weer terugkrijgt.

GOEDE BAND
Let wel, het gaat bij het aanleren van deze oefeningen om het leggen van een basis voor een goede relatie, niet om het perfect onder de knie krijgen van een bepaalde oefening. Het gaat om het opbouwen van een goede band met je hond, om de ervaring dat samen iets ondernemen fijn is, en om wederzijds vertrouwen en respect. Op weg naar die fantastische relatie kunnen deze oefeningen helpen. Meer dan dat is het niet.

Auteur: Martin Gaus
Dit artikel is eerder verschenen in het blad Onze Hond